- Het uit de hand lopen van de inflatie tijdens de energiecrisis van 2022 heeft geleid tot een inhaalslag bij de stijging van lonen en uitkeringen.
- Dit geldt ook voor de AOW-uitkering, die niet alleen van belang is voor gepensioneerden, maar voor iedereen die pensioen opbouwt.
- Business Insider Nederland bekijkt of de AOW in de afgelopen 5 jaar per saldo zijn waarde heeft behouden.
- Lees ook: Ik ging op mijn 32e met pensioen. Nu ben ik 46 en moet ik weer aan de slag
Sinds de coronacrisis is er weer volop aandacht voor het fenomeen inflatie en wat stijgende prijzen doen met de koopkracht van je geld. Dat werd extra duidelijk tijdens de energiecrisis van 2022, toen de gemiddelde prijsstijging van goederen en diensten plots naar de 10 procent schoot. In reactie hierop zijn ook lonen en uitkeringen, zoals de AOW, verhoogd. Maar hoe pakt de balans inmiddels uit?
De AOW-uitkering is niet alleen van belang voor huidige gepensioneerden, maar voor iedereen die pensioen opbouwt. De AOW is de basis van elk pensioen en daarmee is ook relevant in hoeverre deze staatsuitkering waardevast blijft.
Business Insider Nederland heeft gekeken hoe het zit met de ontwikkeling van de inflatie en de netto AOW-uitkeringen tussen juli 2019 en medio dit jaar. Daarmee bestrijden we de coronaperiode, de periode van extreme inflatie in 2022 én de nasleep daarvan met forse verhogingen van lonen en uitkeringen.
AOW: stijging van ruim 27% in 5 jaar
Wat betreft de AOW kijken we naar de netto-uitkeringen voor respectievelijk alleenstaanden en samenwonenden/gehuwden. Voor alleenstaanden ligt de uitkering hoger.
In de voorbeelden hieronder nemen we de uitkering inclusief de zogenoemde loonheffingskorting. Dat is een vermindering op de te betalen belasting die je op één soort inkomen mag toepassen. Voor huishoudens met alleen een AOW-uitkering is de loonheffingskorting automatisch van toepassing. Wie aanvullend pensioen van de werkgever ontvangt, kan ervoor kiezen om de loonheffingskorting daarop te laten toepassen.
De onderstaande tabel toont de bedragen van de netto maanduitkeringen van de AOW voor alleenstaanden en samenwonenden.
Te zien is dat de uitkering voor alleenstaanden per 1 juli 2024 is vastgesteld op 1.486,24 euro per maand. Voor samenwonenden/gehuwden gaat het om een maanduitkering van 1.010,69 euro per persoon.
Als je kijkt naar de stijging van de netto AOW-uitkering sinds 1 juli 2019, dus in vijf jaar tijd, gaat het in totaal om een toename van 28 procent en 27 procent voor respectievelijk alleenstaanden en samenwonenden.
Hoe verhoudt zich dat tot de inflatie?
Daarvoor kijken we naar de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). We hebben die index op 100 gezet per 1 juli 2019 en daarnaast hebben we ook de netto AOW-uitkeringen als indices weergegeven met 100 als basis.
In de grafiek hieronder kun je vervolgens zien hoe de ontwikkeling van de inflatie en de netto AOW-uitkeringen zich sinds medio 2019 heeft voltrokken.
De rode lijn toont de inflatie en de twee blauwe lijnen de ontwikkeling van de netto AOW-uitkeringen voor alleenstaanden en samenwonenden/gehuwden.
Te zien is dat de gemiddelde prijsstijging tussen medio 2019 en eind 2021 iets lager was vergeleken met de stijging van de AOW-uitkeringen. In 2022 ging het echter harder met de inflatie dan met de stijging van de AOW.
Vanaf juli 2023 is er echter weer een omslag zichtbaar en stijgen de AOW-uitkeringen harder. Per saldo is de gemiddele prijsstijging van goederen en diensten tussen medio 2019 en medio 2024 bijna 22 procent. De AOW-uitkeringen zijn 5 procentpunt tot 6 procentpunt harder gestegen. Daarmee is de AOW-uitkering per saldo redelijk waardevast gebleven.